Het Israëlische leger heeft deze week in volle hevigheid z’n offensief in Gaza-Stad voortgezet. Hele wijken worden systematisch gesloopt, hoge flats opgeblazen en honderdduizenden inwoners worden gesommeerd te “evacueren”. Het is een grootscheepse, brute en gewelddadige etnische schoonmaak van een stad met een miljoen inwoners.
Een paar dagen hoorde ik niets van de familie Abu Afash. Ik was natuurlijk ontzettend bezorgd, maar wist ook dat het internet eruit lag in Gaza. Israël had, met het kapot bombarderen van communicatiemasten, delen van Gaza-Stad afgesloten van de buitenwereld. Misschien wel om zonder pottenkijkers z’n gang te gaan met een rigoureuze militaire campagne, die er schaamteloos op is gericht om de burgerbevolking te verjagen. Om wellicht nooit terug te keren.
Godzijdank kwam er donderdagavond bericht. Mohammed, zijn vrouw en drie dochtertjes waren er in geslaagd veilig Gaza-Stad uit te komen. Ze waren weer bij elkaar in Al-Zawaida, ten zuiden van Gaza-Stad. Vorige week al had Mohammed mij geschreven dat hij een plekje had gevonden in Al-Zawaida. Hier bouwde hij met lappen plastic en afvalmateriaal een provisorische tent, die als onderdak zou moeten dienen de komende maanden. Voor dat plekje om een tent op te zetten moest trouwens dik worden betaald.

Het probleem was, schreef hij me vorige week, dat hij geen transport kon vinden voor zijn vrouw, kinderen en een minimum aan huisraad. Behalve dat er exorbitant hoge bedragen werden gevraagd voor een rit met een bestelbusje, waren ze gewoon ook niet beschikbaar voor iedereen. De familie bleef dus tot woensdag in Gaza-Stad. Totdat het te gevaarlijk werd, de bombardementen te dichtbij kwamen, en Mohammed zijn vrouw en kinderen smeekte om toch maar te vertrekken. Lopend sloten ze zich woensdagochtend aan bij de grote stoet vluchtelingen, Gaza-Stad achterlatend, zuidwaarts naar een ongewisse toekomst.
Mohammed bleef In Gaza-Stad om te kijken of hij toch nog vervoer kon vinden voor de spullen die nodig zijn om de komende maanden door te komen in een tent. De ingepakte huisraad stond al weken klaar, want Mohammed wist dat het Israëlische bevel om te vertrekken elk moment kon komen. Het probleem was alleen: hoe krijgen we die spullen ter plaatse, waar we gedwongen worden de komende tijd als vluchtelingen te overleven?
Uiteindelijk kwam in de loop van woensdag de chauffeur die met Mohammed had afgesproken z’n spullen naar Al-Zawaida te brengen. Terwijl ze aan het inladen waren begon plotseling een beschieting door Israëlische tanks en drones. Mohammed gaf de chauffeur het adres en vroeg hem zo snel mogelijk te vertrekken. Voor hemzelf was geen plaats meer in de auto. Om half acht ‘s avonds vertrok Mohammed te voet naar Al-Zawaida waar hij –“het was een ongelooflijk zware tocht”- midden in de nacht aankwam. Het gezin was uitgeput maar dankbaar weer verenigd te zijn.
De afgelopen anderhalf jaar heb ik Mohammed als een leeuw zien vechten voor het overleven van zijn gezin. Hij deelde privé zo nu en dan zijn depressie en angsten met mij, maar altijd was daar weer de drijfveer om de toekomst van zijn drie dochtertjes veilig te stellen. Ik heb daar enorm veel bewondering voor. Het is één gezin dat de nachtmerrie van Gaza probeert te overleven, te midden van duizenden andere gezinnen. Ik blijf hen steunen met deze campagne, want alleen bidden helpt niet.
Mohammed zond me gisteren deze oproep die ik graag deel:
“Dear friends, the harsh conditions and displacement have exhausted me and depleted all my energy. I am striving to protect my family, so I ask you to support the donation campaign. Your giving gives us hope and makes a real difference in our lives. May God reward you.”