R.I.P. Fennie Stavast

Afgelopen zondagochtend 14 december is plotseling, in haar slaap, Fennie Stavast overleden. Ze werd 77 jaar. Ik kende Fennie vanaf het begin van de jaren zeventig. Ze was een trouwe gast in het Politiek Café aan de Gelkingestraat in. Groningen, actief in verschillende werkgroepen. Fennie was een scherpe denker en debater. Maar het bleef nooit bij woorden alleen: ze wilde iets doen, daadwerkelijk bijdragen aan rechtvaardigheid en vrede.

Het was in deze periode dat haar buitengewone belangstelling ontstond voor de strijd van het volk van de Westelijke Sahara voor zelfbeschikking en onafhankelijkheid. We ontvingen in Groningen Kariem Abdallah, vertegenwoordiger van het Front Polisario in Brussel. We verspreidden informatie en organiseerden bijeenkomsten, waaronder een lezing van Abdallah in Huize Maas. Later waren we beiden betrokken bij het Nederlandse Polisario Komité. Fennie bezocht de Saharaanse vluchtelingenkampen bij Tindoef. Ze ontmoette daar onder andere Mohamed Abdelaziz (1947-2016), de secretaris-generaal van het Front Polisario en president van de RASD. Ze vertelde me later dat ze gelogeerd had in de tent van Abdelaziz en zijn familie. Tot het laatst toe bleef Fennie betrokken bij de strijd van de Sahrawi. Enkele weken geleden nog correspondeerden we per email over de laatste politieke ontwikkelingen in het gebied.

Internationale solidariteit was alles voor Fennie, maar dat betekende niet dat ze voorbijging aan de politieke en sociale realiteit van Groningen en Nederland. Integendeel. Ze was actief in onder andere Groen Links en zat voor die partij van 2007-2011 in de Provinciale Staten van Groningen. Later raakte zij gedesillusioneerd in de partij. Ze vond scholing en het ideologisch debat erg belangrijk en verweet Groen Links daar te laks in te zijn. Ook was ze kritisch op de samenwerking met de Partij van de Arbeid.

Na een jarenlang verblijf in het buitenland kwam ik Fennie opnieuw tegen in 1998. Ze was toen betrokken bij de Stichting Groningen-Jabalya, de organisatie die zich sterk maakt voor een stedenband tussen Groningen en Jabalya-al Nazlah in Gaza. In mei 2005 bezocht Fennie, samen met Bert Giskes, Pieter van Niekerken en Dick Smit, het vluchtelingenkamp Jabalya. Na het formele gedeelte van de reis, met gesprekken met het gemeentebestuur en plaatselijke organisaties, bleef Fennie nog twee weken bij een bevriende familie in Beit Hanoun, in het noorden van Gaza.

Als bestuursleden van de stichting organiseerden we tal van informatiebijeenkomsten en andere activiteiten in Groningen. Fennie was strijdbaar en onvermoeibaar. Behalve bij de stichting was ze ook in de weekenden actief bij Mensen in Het Zwart. In 2017 verhuisde Fennie van Groningen naar Nijmegen en nam ze afscheid van Groningen-Jabalya. Maar ook in Nijmegen zette ze haar werk voor een vrij Palestina door. Ook daar was ze te vinden bij Mensen in het Zwart en Nijmegen4Palestine. De laatste keer dat ik haar zag was bij een lawaaiprotest bij het station van Nijmegen.

Fennie met de toenmalige burgemeester Samara van Jabalya in 2005

Dekolonisatie Westelijke Sahara: uitverkoop van het internationaal recht

Alle Afrikaanse koloniën, sinds de 19e eeuw in handen van de Britten, Fransen, Portugezen en Spanjaarden, werden in de periode tussen 1960 en 1980 onafhankelijk. Eritrea, Namibië en Zuid-Soedan werden onafhankelijk door zich los te maken van respectievelijk Ethiopië (1993), Zuid-Afrika (1990) en Soedan (2011). Afrika telt nu 54 onafhankelijke staten. Het enige gebied in Afrika dat nog steeds in afwachting is van dekolonisering is de Westelijke Sahara.

Deze ‘laatste kolonie van Afrika’, tot 1975 de ‘53e provincie’ van Spanje, is in juristentaal een ‘niet-autonoom gebied’. Volgens tal van VN-resoluties heeft de bevolking van het gebied -de Sahrawi- recht op zelfbeschikking. Maar het grootste deel van de Westelijke Sahara wordt bezet door Marokko. De Sahrawi wachten al een halve eeuw op een referendum om over hun toekomst te beslissen. Marokko staat dit recht op zelfbeschikking van de Sahrawi niet toe en komt, met steun van de Verenigde Staten en van Frankrijk en Spanje, steeds dichter bij zijn ‘sacrale’ doel: de ‘Marokkaanse Sahara’ tot een onomkeerbare realiteit te maken.

Decennialang verziekte het conflict om de Sahara de verhoudingen in Noord-Afrika, met name tussen Marokko en buurland Algerije. Algerije vreest de Marokkaanse expansiedrift en steunt traditioneel de Saharaanse onafhankelijkheidsbeweging Polisario. Verschillende malen kwam het de afgelopen halve eeuw bijna tot een grootscheepse oorlog in de regio.

Donald Trump, die zich erop laat voorstaan overal vredesdeals te sluiten, liet weten het oude conflict snel uit de wereld te zullen helpen. Op 31 oktober werd in de VN-Veiligheidsraad een door de Amerikanen voorgestelde resolutie over de Westelijke Sahara aangenomen. In deze resolutie 2797 wordt gewag gemaakt van ‘het Marokkaanse autonomie initiatief’ als referentiekader voor een vredesregeling. Hoewel niemand precies weet wat dit initiatief concreet inhoudt, het regime in Rabat zelf ook niet, werd het benoemen ervan algemeen opgevat als een erkenning van de Marokkaanse soevereiniteit over de Westelijke Sahara.

De Marokkaanse koning Mohammed noemde resolutie 2797 een ‘keerpunt in de geschiedenis van het moderne Marokko’. Het Front Polisario en ook internationale juristen reageerden verontwaardigd. Door a priori uit te gaan van de Marokkaanse soevereiniteit over het gebied, wordt het zelfbeschikkingsrecht ontdaan van betekenis.

Voor de Amerikanen en Marokkanen moet resolutie 2797 de weg effenen voor een nieuw Trumpiaans vredesakkoord. Onderhandelaars Steve Witkoff en Jared Kushner kondigden al aan dat een deal over de Sahara een kwestie zal zijn van slechts een paar maanden. Bij de methode-Trump gaat het, aldus Kushner, ‘niet om waarden en principes, maar puur om belangen’.

Voor Europese landen, Frankrijk voorop, staan er bij het bondgenootschap met Marokko grote strategische en economische belangen (fosfaat, vis, infrastructuur, handel) op het spel. Marokko is verder een belangrijke bondgenoot bij het tegenhouden van illegale migranten uit Afrika. De Verenigde Staten kijken vooral naar het regionaal-strategische belang van Marokko. In 2020 erkende president Trump de Westelijke Sahara als deel van Marokko. Als tegenprestatie sloot Marokko zich aan bij de Abraham-akkoorden en erkende het formeel de staat Israël. Sindsdien zijn de banden tussen Marokko en Israël verder aangehaald. Er is innige militaire samenwerking, inclusief op het gebied van de inlichtingendiensten. Israëlische drones en ander wapentuig worden volop ingezet in de strijd tegen het Front Polisario in de Westelijke Sahara.

Trump en zijn dealmakers voegen graag een nieuwe trofee toe aan de Amerikaanse prijzenkast met halfbakken vredesakkoorden. Tant pis dat daarmee het Saharaanse zelfbeschikkingsrecht onder het tapijt wordt geveegd. De uitverkoop van het internationaal recht belooft weinig goeds voor het bereiken van echte vrede in Noord-Afrika.

Gepubliceerd in Vredesmagazine, december 2025, jaargang 19, nummer 1

https://www.vredesmagazine.nl/index.php