Het regent, het waait en het is koud in Gaza

De beelden uit Gaza zijn troosteloos. Ingestorte tenten, kinderen die op blote voeten door het water ploeteren, nat beddengoed, vrouwen die met potten en pannen het regenwater weg proberen te scheppen. Harde wind, zware regenbuien en lage temperaturen hebben de situatie in Gaza de afgelopen dagen nog ondragelijker gemaakt.

‘De situatie is moeilijk te beschrijven, het is angstaanjagend,’ schrijft Mohammed Abu Afash me. De familie verblijft in het appartement van het familiegebouw dat het minst beschadigd is, op de bovenste verdieping. ‘Maar het lekt van alle kanten door de scheuren in het plafond en de muren. Ik ben bezig met reparaties, maar er is geen beginnen aan. Ik voel me uitgeput.’

‘Voor de mensen in de tenten is de situatie nog dramatischer. Het is een puinhoop.’ Ondanks het staakt-het-vuren akkoord, waarin staat dat humanitaire hulp ongehinderd Gaza moet worden binnengelaten, laat Israël geen mobiele woningen en dekens binnen. In de afgelopen stortten zo’n honderd huizen, die al zwaar beschadigd waren door het oorlogsgeweld, gedeeltelijk of helemaal in als gevolg van de storm en regens. Daarbij vielen een aantal doden en gewonden.

Behalve over de veiligheid van zijn gezin en andere familieleden is Mohammed vooral bezorgd over de toekomst. Zou het ooit lukken Gaza te verlaten? Niemand weet wat er na de huidige eerste fase van het staakt-het-vuren komt. De vrede die Trump met veel bombarie aankondigde wordt door Mohammed gezien als een leugen: er vallen immers nog elke dag Palestijnse doden.

Photo by Hamza Z. H. Qraiqea, Anadolu Ajansi

Voor het kerstnummer van de Nieuwsbrief Groningen-Jabalya en Joop (14-12-2025) schreef ik het volgende artikel:

Open de grenzen, geef mijn gezin toekomst’

Mijn vriend Mohammed Abu Afash, voor de oorlog eigenaar van een boekwinkel in de wijk Rimal, heeft één vurige wens: Gaza verlaten. De genocide heeft elk perspectief op een toekomstbestendig en veilig leven onmogelijk gemaakt. Hebben hij, zijn vrouw en drie dochters, van elf, negen en vijf jaar, geen recht op een leven? Onlangs stuurde hij me een urgente oproep’, met het verzoek deze zoveel mogelijk te verspreiden. Bij deze:


Ik doe een beroep op iedereen die beslissingen kan nemen over het openen van de grenzen van Gaza. Ik vraag alle internationale humanitaire en mensenrechtenorganisaties naar mij te luisteren: alsjeblieft, kom onmiddellijk in actie, grijp in om de grenzen te openen zodat mijn familie en ik Gaza kunnen verlaten. Ik ben een vader van drie dochters en het enige wat ik wil is mijn gezin redden. Er is geen veiligheid in Gaza, geen stabiliteit, geen toekomst. Ons leven wordt bedreigd, we zijn uitgeput. Het enige wat we vragen is om veilig te kunnen vertrekken. Alsjeblieft. Open de grenzen zodat er een einde komt aan onze nachtmerrie. Alsjeblieft, luister naar een wanhopige vader…


Sinds op 10 oktober het staakt-het-vuren inging zijn de grenzen van Gaza gesloten gebleven. Israël controleert de Rafah-grensovergang naar Egypte die, volgens het Trump-plan, in beide richtingen geopend zou moeten worden. Humanitaire hulp zou ongehinderd Gaza binnen moeten kunnen komen. Beide is niet gebeurd. Israël hield zich niet aan de overeenkomst en kondigde aan Rafah alleen te willen openen voor Palestijnen die Gaza willen verlaten. Voor Egypte, de Palestijnse Autoriteit en de andere Arabische landen is dat onaanvaardbaar. Het zou immers betekenen dat meegewerkt wordt aan de ‘omvolking’ van Palestina: Palestijnen eruit, joodse Israëli’s erin. De nakba van 1948 revisited.


Israëlische politici en generaals maakten er de afgelopen twee jaar geen geheim van dat een van de belangrijkste doelen van de oorlog -misschien wel het belangrijkste- het vertrek van de Palestijnse bevolking uit Gaza is. Door enorme verwoestingen aan te richten, de economie te ontmantelen en een permanente situatie van onveiligheid te creëren, is Gaza voor de Palestijnen grotendeels onleefbaar gemaakt. Deze tactiek heeft gewerkt. Volgens een recent opinieonderzoek van het Palestinian Center for Policy and Survey Research (PCPSR) wil 49% van de Palestijnen in Gaza het gebied verlaten om zich elders te vestigen.


Door de voorwaarden die Israël stelt aan de heropening van Rafah, eisen die in strijd zijn met het internationaal recht en de staakt-het-vuren-overeenkomst, is de paradoxale situatie ontstaan dat zelfs Palestijnen die een visum hebben voor een derde land -bijvoorbeeld Australië- Gaza niet kunnen verlaten. Dat de blokkade en afsluiting van Gaza in strijd is met de mensenrechten spreekt voor zich. Artikel 13 van de Universele Verklaring van de Mensenrechten uit 1948 is duidelijk: Ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven binnen de grenzen van elke Staat. Eenieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren.


Israël heeft, vanaf het oprichten van de staat in 1948, verhinderd dat de 750.000 Palestijnen die uit hun vaderland werden verjaagd, zouden kunnen terugkeren. VN-resolutie 194 uit 1948, die bepaalt dat vluchtelingen die in vrede willen leven naar hun huizen zouden moeten kunnen terugkeren of worden gecompenseerd, bleef al die jaren dode letter. Hetzelfde geldt voor latere VN-resoluties die nogmaals dit ‘recht op terugkeer’ benadrukten.


Het is ironisch dat Israël, door te verhinderen dat het vluchtelingenprobleem werd opgelost, in feite een unieke, bizarre en onleefbare situatie in Gaza creëerde. Op de slechts 365 vierkante kilometer van het laatste snippertje Palestina aan de Middellandse Zee dat in 1948 niet werd ingenomen door de staat Israël, werden honderdduizenden Palestijnen opeengepakt in overvolle vluchtelingenkampen. Gaza bleef een schrijnend litteken; een herinnering aan de etnische zuivering waarmee de geboorte van de joodse staat gepaard was gegaan. Ook haast tachtig jaar na dato was deze misdaad niet vergeten.


In de huidige eerste fase van het Trump-plan wordt Gaza verdeeld door een ‘gele lijn’. Ten westen ligt de zone waar het grootste deel van de meer dan tweemiljoen Palestijnen bijeengedreven zijn. Dit gebied beslaat 155 vierkante kilometer, dat is kleiner dan het oppervlak van de gemeente Groningen (198 vierkante kilometer). Het grootste gedeelte, het oosten, noorden en zuiden van Gaza, wordt gecontroleerd door het Israëlische leger. Palestijnen die de -vaak onzichtbare- demarcatielijn oversteken of te dicht naderen worden zonder pardon neergeschoten. Israël doodde sinds het ingaan van het ‘bestand’ meer dan 360 Palestijnen, velen daarvan bij die gele lijn. Legerleider Eyal Zamir liet intussen al weten de demarcatielijn te beschouwen als de nieuwe Israëlische grens.


Het inperken van freedom of movement, het fragmenteren van het Palestijnse territorium en het scheppen van gettoachtige gebieden, zijn klassieke middelen van Israël om de Palestijnse bevolking te controleren en uiteindelijk het leven onmogelijk te maken. Palestijnen kunnen niet vrijelijk naar het buitenland reizen en terug, niet van de Westoever naar Israël, niet binnen de Westoever van de ene stad naar de andere stad, naar Oost-Jeruzalem of Gaza en terug. Voor alles moet ‘coördinatie’ met de Israëlische autoriteiten worden aangevraagd. Vaak wordt simpelweg toestemming geweigerd.


Deze politiek heeft zijn genocidale climax bereikt in Gaza, waar met Trumps’ initiatief er een leugenachtig ‘vredesplan-sausje’ over is gegoten. Honderdduizenden Palestijnse burgers, zoals mijn vriend Mohammed Abu Afash, kunnen geen kant op. In feite wordt niet alleen hun leven verwoest, maar ook het perspectief op een betere toekomst. Maar ook meer dan 16.000 ernstig zieken, die urgent medische hulp nodig hebben, waaronder veel kinderen, mogen het gebied niet uit.


De Israëlische krant Haaretz riep onlangs de autoriteiten tevergeefs op om toestemming te geven aan Palestijnse ziekenhuizen in Oost-Jeruzalem en de bezette Westoever om patiënten uit Gaza op te nemen. De ziekenhuizen zijn slechts een uurtje rijden verwijderd van Gaza. In het verleden was het Palestijnse zorgstelsel integraal beschikbaar voor -bijvoorbeeld- kankerpatiënten uit Gaza. Met de vernietiging van de gespecialiseerde medische hulp in Gaza, zijn die ziekenhuizen meer dan ooit nodig. Ze beschikken over genoeg bedden en financiering, maar Israël geeft geen toestemming.
Zo nu en dan wordt wel mondjesmaat toestemming gegeven voor een enkele ziekenhuisopname in Jordanië, Egypte, Europa of de VS. Maar die ‘humanitaire gebaren’ zijn meestal politiek gemotiveerd om de steun van bondgenoten niet te verliezen. Het zijn druppels op een gloeiende plaat.


Mohammed heeft gelijk om zijn humanitaire oproep te richten aan de buitenwereld. Van Israël valt niets te verwachten, behalve het systematisch inperken van de Palestijnse Lebensraum. Hopelijk is die buitenwereld niet te Gaza-moe en zijn er nog tegenkrachten die zich artikel 13 herinneren: elk mens heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen, zijn land te verlaten en daarnaar terug te keren.

R.I.P. Fennie Stavast

Afgelopen zondagochtend 14 december is plotseling, in haar slaap, Fennie Stavast overleden. Ze werd 77 jaar. Ik kende Fennie vanaf het begin van de jaren zeventig. Ze was een trouwe gast in het Politiek Café aan de Gelkingestraat in. Groningen, actief in verschillende werkgroepen. Fennie was een scherpe denker en debater. Maar het bleef nooit bij woorden alleen: ze wilde iets doen, daadwerkelijk bijdragen aan rechtvaardigheid en vrede.

Het was in deze periode dat haar buitengewone belangstelling ontstond voor de strijd van het volk van de Westelijke Sahara voor zelfbeschikking en onafhankelijkheid. We ontvingen in Groningen Kariem Abdallah, vertegenwoordiger van het Front Polisario in Brussel. We verspreidden informatie en organiseerden bijeenkomsten, waaronder een lezing van Abdallah in Huize Maas. Later waren we beiden betrokken bij het Nederlandse Polisario Komité. Fennie bezocht de Saharaanse vluchtelingenkampen bij Tindoef. Ze ontmoette daar onder andere Mohamed Abdelaziz (1947-2016), de secretaris-generaal van het Front Polisario en president van de RASD. Ze vertelde me later dat ze gelogeerd had in de tent van Abdelaziz en zijn familie. Tot het laatst toe bleef Fennie betrokken bij de strijd van de Sahrawi. Enkele weken geleden nog correspondeerden we per email over de laatste politieke ontwikkelingen in het gebied.

Internationale solidariteit was alles voor Fennie, maar dat betekende niet dat ze voorbijging aan de politieke en sociale realiteit van Groningen en Nederland. Integendeel. Ze was actief in onder andere Groen Links en zat voor die partij van 2007-2011 in de Provinciale Staten van Groningen. Later raakte zij gedesillusioneerd in de partij. Ze vond scholing en het ideologisch debat erg belangrijk en verweet Groen Links daar te laks in te zijn. Ook was ze kritisch op de samenwerking met de Partij van de Arbeid.

Na een jarenlang verblijf in het buitenland kwam ik Fennie opnieuw tegen in 1998. Ze was toen betrokken bij de Stichting Groningen-Jabalya, de organisatie die zich sterk maakt voor een stedenband tussen Groningen en Jabalya-al Nazlah in Gaza. In mei 2005 bezocht Fennie, samen met Bert Giskes, Pieter van Niekerken en Dick Smit, het vluchtelingenkamp Jabalya. Na het formele gedeelte van de reis, met gesprekken met het gemeentebestuur en plaatselijke organisaties, bleef Fennie nog twee weken bij een bevriende familie in Beit Hanoun, in het noorden van Gaza.

Als bestuursleden van de stichting organiseerden we tal van informatiebijeenkomsten en andere activiteiten in Groningen. Fennie was strijdbaar en onvermoeibaar. Behalve bij de stichting was ze ook in de weekenden actief bij Mensen in Het Zwart. In 2017 verhuisde Fennie van Groningen naar Nijmegen en nam ze afscheid van Groningen-Jabalya. Maar ook in Nijmegen zette ze haar werk voor een vrij Palestina door. Ook daar was ze te vinden bij Mensen in het Zwart en Nijmegen4Palestine. De laatste keer dat ik haar zag was bij een lawaaiprotest bij het station van Nijmegen.

Fennie met de toenmalige burgemeester Samara van Jabalya in 2005

Naar Beiroet

‘Zeina’ van de Libanese artiest Balsam Abo Zour

Natuurlijk, de lotgevallen van Edgar in Groningen en Libanon, zijn interessant. Fascinerend, misschien wel. Edgar, vijftiger, kunsthandelaar en hoofdpersoon van ‘Naar Beiroet’ gaat op zoek naar originele kunst die nog verkoopbaar moet zijn ook. Het liefst in Abu Dhabi of Dubai, want daar zit het grote geld. Edgar is enigszins vastgelopen in Groningen. Zowel in zijn huwelijk als professioneel. Als een bevriende arabist hem aanraadt eens naar Libanon te reizen hoeft hij niet lang na te denken en volgt het advies op.

In Libanon vindt Edgar inderdaad de kunst die hij zoekt. Edgar en zijn Libanese collega Fatima, kunstkenner en fotografe op wie hij enigszins verliefd wordt, zijn sprakeloos als ze geconfronteerd worden met het werk van de jonge Balsam Aridi. “Wat apart, wat bijzonder! Edgar zag meteen dat dit werk was dat hij wilde hebben voor zijn galerie. Wonderlijke voorstellingen van menselijke en dierlijke wezens door elkaar. Omstrengeld in elkaar. Kleuren die alsof er ergens water op gelekt was door elkaar liepen. Luchtbellen. Geslachtsdelen. Open vulva’s. Bloedrood en zwart…”

Behalve met kunst wordt Edgar in Libanon ook geconfronteerd met de oorlog. In Gaza bombardeert Israël erop los. Edgar wordt het zo nu en dan te veel. “Waar zijn die Israëli’s mee bezig,” laat Gerrit Brand hem uitroepen. “Dit is puur een wraakactie. Israël heeft maar één doel, zegt Fatima, alle Palestijnen het land uitjagen. Ze leggen Gaza in puin, vernietigen huizen en gebouwen en vermoorden de mensen.”

In het Noord-Libanese Baalbek komt de strijd tussen Israël en Hezbollah heel dichtbij. Een Hezbollah-lid laat Edgar het resultaat zien van een Israëlisch bombardement. “Dit is dus wat Israëlische raketten aanrichten, zei hij. Er zijn hier eergisteren tien doden gevallen. Vader. Moeder, een grootvader, kinderen, een baby. Ze stonden voor de puinhopen. Er hing een vreemde geur boven de ravage.” De Israëli’s hadden vooraf geen waarschuwing gegeven voor het bombardement.

‘Naar Beiroet’ is een gelaagde roman. Als hoofdpersoon Edgar aankomt in Beiroet en zijn intrek neemt in het Riviėra Hotel, leest hij Das gelobte Land van de Duitse schrijver Erich Maria Remarque. Aan de overeenkomsten tussen de joodse vluchtelingen die moesten vluchten voor het fascisme en de Palestijnse vluchtelingen die uit hun land worden verjaagd, valt niet te ontkomen.

Het thema ‘kantelingen’ komt verschillende keren terug; bij de beschrijving van een abstract schilderij met kantelende vlakken, maar ook als de omwenteling in het hoofd van Edgar. Hij neemt immers afstand van de geijkte Nederlandse vooroordelen over het bevriende Israël dat altijd gelijk heeft en van alle kanten belaagd wordt door Arabische terroristen. Libanon doet het leven en de opvattingen van Edgar kantelen.

Ik mocht op 13 november het eerste exemplaar van ‘Naar Beiroet’ in ontvangst nemen van de schrijver. Tussen ons in op de foto gespreksleider Anton Brand. De boekpresentatie vond plaats in Sociëteit De Harmonie in Groningen.

Er zijn boeken die je in een adem uitleest, maar dat lukte me bij het lezen van ‘Naar Beiroet’ niet. Daarvoor schuurde het verhaal te veel aan tegen de realiteit van mijn eigen geschiedenis, van mijn eigen -soms pijnlijke- Libanese herinneringen. Het waren niet zozeer de lotgevallen van de hoofdpersoon die indruk op mij maakten, diens buitenechtelijke uitstapjes en vlucht uit Groningse verveeldheid. Het was veeleer de Libanese topografie die wordt beschreven, mijn biotoop van weleer, die mij meevoerde langs een soort persoonlijke routekaart.

In ’Naar Beiroet’ wordt veel gereisd. In de eerste plaats van de Groningse Grote Markt naar de Libanese hoofdstad, natuurlijk. Maar eenmaal in Libanon worden Qana, Haris, Bazourieh, Tyrus, Damour, Aley, Abey, Baalbek en andere plaatsen aangedaan. In Beiroet worden onder andere de Avenue du Paris en Raouche genoemd, een wijk waar ik haast zes jaar woonde. Dit was ooit mijn leven, tijdens een oorlog die zijn schaduw nooit heeft afgeworpen. Zeker niet nu opnieuw Beiroet en andere steden worden gebombardeerd door het zuidelijke buurland Israël.

Uit alles blijkt dat Gerrit Brand, getrouwd met de Libanese fotografe Souhaila Sahmarani, het land goed kent. Voor in het boek staat de gebruikelijke disclaimer dat het om een fictief werk gaat en dat namen, personages, plaatsen en gebeurtenissen ontsproten zijn aan de verbeelding van de auteur of fictief gebruikt worden. Dat moge zo zijn, het gaat hier wel om zeer herkenbare fictie.

Daar was Gerrit zich natuurlijk van bewust toen hij mij vroeg het eerste exemplaar van het boek op 13 november in ontvangst te nemen. Ik vond het eervol en spannend en in mijn dankwoord haalde ik een aantal herinneringen op aan Beiroet. Ik waarschuwde dat Beiroet een gevaarlijke stad is. “Je loopt namelijk het gevaar Beiroet, ondanks alles, in je hart te sluiten. Sterker nog: je loopt het gevaar van die stad te gaan houden. O Beiroet, een wereld zonder jou is niet onze wereld, dichtte Nizar Qabbani. En daar herken ik mij in.

Ik hertaalde voor de gelegenheid het gedicht over Beiroet van de grote Syrische schrijver Qabbani, die er lange tijd woonde. Luister naar Majida El Roumi voor de muzikale vertolking van Beirut Sett el Dounia (https://www.youtube.com/watch?v=xd3TlzDsEc4&t=24s)

O Beiroet,

O Heerseres van de Wereld

Wij bekennen voor de ene God,

Dat we jaloers op je waren

Jaloers op je schoonheid

Die ons pijn deed

Wij geven nu wel toe

Dat we je slecht behandelden

En verkeerd begrepen

We hadden geen genade met je

We toonden geen enkele spijt

We staken je met een dolk

In plaats dat we je bloemen gaven

Wij bekennen voor God

De rechtvaardige God

Dat we je pijn deden en uitputten

We staken je in brand

En maakten je aan het huilen

We verveelden je met onze opstanden

O Beiroet

Een wereld zonder jou is niet onze wereld

Wij beseffen nu dat je diep in ons geworteld bent

Wij weten nu wat we je hebben aangedaan

Sta op

Sta op

Sta op

Sta op van onder het puin

Zoals de amandelbloesem in april

Sta op

En schud het verdriet van je af

Sta op

De revolutie wordt geboren in de schoot van verdriet

Sta op van onder het puin

Sta op ter ere van de bossen

Sta op ter ere van de rivieren

Sta op ter ere van de rivieren en de valleien

Sta op ter ere van de mensheid

Sta op, Beiroet

Sta op

De revolutie wordt geboren in de schoot van verdriet

O, Beiroet

O, Beiroet

Is met Gaza eindelijk de bodem bereikt?

Maandag 13 oktober was een dag van grootse beloftes. De retoriek herinnerde mij aan die gedenkwaardige septembermaand in 1993, toen president Clinton, PLO-leider Yasser Arafat en de Israëlische premier Rabin elkaar de hand drukten op het gazon bij het Witte Huis. Alles zou anders worden in het Midden-Oosten. Toekomstige generaties zouden in vrede en harmonie opgroeien.

 

Van links naar rechts premier Rabin, president Clinton en PLO-leider Yasser Arafat

President Trump hield maandag een bombastische, deels geïmproviseerde toespraak in de Knesset in West-Jeruzalem. Hij feliciteerde ‘Bibi’ Netanyahu, maar vooral zichzelf met de ‘overwinning’ in Gaza, de geweldige vredesdeal en de vrijlating van de Israëlische gijzelaars.

‘Dat was heel efficiënt,’ complimenteerde hij de ordedienst van de Knesset, toen twee kritische parlementsleden onder gejuich de zaal werden uitgezet. Hun wandaad: ze hielden bordjes omhoog met het opschrift ‘Recognize Palestine’ en riepen ‘genocide’.

Recht doen aan de oorlogsmisdaden van de afgelopen twee jaar en aan Palestijnse aspiraties was op deze ‘historische dag’ vloeken in de kerk. Een valse noot in de unisono lofzang op het uitbreken van eeuwige vrede in het Heilige Land; op ‘het gouden tijdperk voor Israël en het Midden-Oosten’.

 Ik zit met gemengde gevoelens naar de speciale tv-uitzending te kijken. Er is veel emotie op de buis. Uitbundige blijdschap zowel in Tel Aviv als in Gaza. Natuurlijk. Er is een staakt-het-vuren en families zijn herenigd. Ook ik voel opluchting. Vrienden in Gaza, met wie ik de afgelopen twee jaar intensief heb meegeleefd en contact onderhouden, overleefden de oorlog. Hun huis is vernield, maar ze hoeven niet langer bang te zijn voor bommen en granaten. Tenminste voorlopig even niet…

Op Al Jazeera wordt de  vredesactivist Maoz Inon geïnterviewd. Hij verloor zijn bejaarde ouders op 7 oktober 2023 toen Hamas de moshav Netiv HaAsara aanviel, vlak bij de grens met Gaza. Inon werd bekend door zijn onophoudelijk pleiten voor verzoening, co-existentie en gelijkwaardigheid van Israëli’s en Palestijnen. Ook nu roept hij op tot een ‘partnerschap voor vrede’. Volgens Inon is met de genocide in Gaza ‘de bodem bereikt’. Vanaf nu kan het alleen maar beter worden. Uiteindelijk hebben Israëli’s en Palestijnen elkaar nodig om een betere toekomst ‘tussen de zee en de rivier’ te bereiken.

Ik hoop dat Inon gelijk heeft, maar twijfel. Is met de oorlog in Gaza werkelijk de bodem bereikt? Er is eerder gedacht dat een dieptepunt bereikt was. Dat Israël het Palestijnse volk geen groter leed kon berokkenen, geen groter onrecht kon aandoen, dan de Naqba van 1948. 750.000 Palestijnen werden destijds verdreven uit hun vaderland en meer dan 500 Palestijnse dorpen van de aardbodem weggevaagd. De Gaza-generatie moest toen nog worden geboren.

Was de bodem niet bereikt tijdens de oorlog in Libanon in de jaren tachtig, toen duizenden Palestijnen werden afgeslacht in de vluchtelingenkampen Sabra en Chatila bij Beiroet? Was er nog niet genoeg leed aangericht door miljoenen Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen in Libanon, Jordanië en Syrië te beletten ooit naar hun thuisland te kunnen terugkeren?

Er zijn sinds het begin van de twintigste eeuw zoveel dieptepunten in het Midden-Oosten geweest. Zou nu echt de trend omgebogen kunnen worden?

Van Inons’ optimisme over het wederkerig belang om samen te werken voor vrede, was op 13 oktober nog weinig te merken. ‘De Israëlische gijzelaars keren terug naar huis, hoera! De Palestijnse gijzelaars die naar huis terugkeren hebben geen huis meer, schreef dichteres Lieke Marsman op X. Ze heeft gelijk. In Gaza is 92% van de woningen en gebouwen beschadigd of vernield. ‘Domicide’ wordt dat in een VN-rapport genoemd. Gaza is onleefbaar gemaakt. Haast twee miljoen mensen zijn gedwongen in tenten te wonen of bivakkeren op straat. Domicide en genocide gingen de afgelopen twee jaar crescendo hand in hand.

Er was nog een opvallend verschil. De Israëlische gijzelaars keerden terug naar hun land. Dat gold niet voor 154 van de vrijgelaten Palestijnse gevangenen die, tot consternatie van hun familie en geliefden, in ballingschap werden gestuurd. Ze moeten de rest van hun leven slijten in een ander land, zoals in Algerije of Turkije. De gevangenen die wel naar huis mochten in Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever of Gaza, komen terug in een land dat bezet is. Hen wachten apartheid en allerlei (reis-) beperkingen binnen hun eigen land. De vrijheid om te gaan en te staan waar je wilt, het recht op een veilige woonplek en het recht op gelijke behandeling zijn elementaire mensenrechten die aan de Palestijnse bevolking worden ontzegd.

De Israëlische politici in de Knesset en de wereldleiders in Sharm el-Sheikh hadden het daar niet over. Dat maakte van de grote Trump-show een vervreemdende voorstelling. Wel met de nodige spanning en sensatie. Maar het leek alsof een ruimteschip van een andere planeet was geland, verdwaald in een woestijn in het Midden-Oosten. 

Zoals vaker zat er aan het Trump-optreden ook een obsceen maffiarandje. Hoewel het geen geheim is dat de Verenigde Staten Israël door dik en dun steunt, schokten zijn schaamteloze liefdesverklaringen aan Israëls genocidale oorlogsvoering in Gaza mij toch nog. ‘Bibi Netanyahu belde me vaak op om me wapens te vragen. Van sommige van die wapens had ik nog nooit gehoord. Maar we kregen ze hier, is het niet’. Trump grijnsde samenzweerderig richting Netanyahu. ‘En je maakte er goed gebruik van.’

Ik vraag me af of ‘vredespresident’ Trump – I love Israel. I’m with you all the way- ooit de foto’s uit Gaza heeft bekeken. Dan had hij de gruwelijke effecten van dat ‘goede gebruik’ van Amerikaanse wapens kunnen zien.

De niet te missen boodschap van 13 oktober was: de Gaza-oorlog is afgelopen. Maar is de vrede echt begonnen? De Franse historicus Jean Pierre Filiu, die een standaardwerk schreef over de geschiedenis van de Gazastrook, telde sinds 1948 vijftien Israëlische oorlogen tegen Gaza. Inclusief de huidige. Al die oorlogen werden militair gewonnen door Israël, maar in politiek opzicht leverden ze meestal geen winst op. Dat geldt ook voor de oorlog van de afgelopen twee jaar. Israël is meer geïsoleerd dan ooit en de Palestijnse zaak is wereldwijd op de kaart gezet. Ook in Nederland is de sympathie voor de Palestijnen toegenomen.

Het optimisme van vredesactivist Maoz Inon lijkt misschien naief, maar er is geen alternatief dan te blijven werken voor recht voor allen tussen de rivier en de zee. Ook de buitenwereld heeft een belangrijke rol om het historische onrecht, dat de Palestijnen is aangedaan, te herstellen. Laten we eraan werken dat het dieptepunt van de afgelopen twee jaar niet gevolgd zal worden door nieuwe dieptepunten. Het is genoeg geweest.

Dit artikel werd geschreven voor het oktober nummer van de Nieuwsbrief Groningen-Jabalya https://www.groningen-jabalya.com/wp-content/uploads/2025/10/Jabalya-nieuwsbrief-58.pdf

eook gepubliceerd door Joop, op 14-10-2025 (https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/is-met-gaza-eindelijk-de-bodem-bereikt)

Uittocht uit Gaza-Stad

Het Israëlische leger heeft deze week in volle hevigheid z’n offensief in Gaza-Stad voortgezet. Hele wijken worden systematisch gesloopt, hoge flats opgeblazen en honderdduizenden inwoners worden gesommeerd te “evacueren”. Het is een grootscheepse, brute en gewelddadige etnische schoonmaak van een stad met een miljoen inwoners.

Een paar dagen hoorde ik niets van de familie Abu Afash. Ik was natuurlijk ontzettend bezorgd, maar wist ook dat het internet eruit lag in Gaza. Israël had, met het kapot bombarderen van communicatiemasten, delen van Gaza-Stad afgesloten van de buitenwereld. Misschien wel om zonder pottenkijkers z’n gang te gaan met een rigoureuze militaire campagne, die er schaamteloos op is gericht om de burgerbevolking te verjagen. Om wellicht nooit terug te keren.

Godzijdank kwam er donderdagavond bericht. Mohammed, zijn vrouw en drie dochtertjes waren er in geslaagd veilig Gaza-Stad uit te komen. Ze waren weer bij elkaar in Al-Zawaida, ten zuiden van Gaza-Stad. Vorige week al had Mohammed mij  geschreven dat hij een plekje had gevonden in Al-Zawaida. Hier bouwde hij met lappen plastic en afvalmateriaal een provisorische tent, die als onderdak zou moeten dienen de komende maanden. Voor dat plekje om een tent op te zetten moest trouwens dik worden betaald.

Het probleem was, schreef hij me vorige week, dat hij geen transport kon vinden voor zijn vrouw, kinderen en een minimum aan huisraad. Behalve dat er exorbitant hoge bedragen werden gevraagd voor een rit met een bestelbusje, waren ze gewoon ook niet beschikbaar voor iedereen. De familie bleef dus tot woensdag in Gaza-Stad. Totdat het te gevaarlijk werd, de bombardementen te dichtbij kwamen, en Mohammed zijn vrouw en kinderen smeekte om toch maar te vertrekken. Lopend sloten ze zich woensdagochtend aan bij de grote stoet vluchtelingen, Gaza-Stad achterlatend, zuidwaarts naar een ongewisse toekomst.

Mohammed bleef In Gaza-Stad om te kijken of hij toch nog vervoer kon vinden voor de spullen die nodig zijn om de komende maanden door te komen in een tent. De ingepakte huisraad stond al weken klaar, want Mohammed wist dat het Israëlische bevel om te vertrekken elk moment kon komen. Het probleem was alleen: hoe krijgen we die spullen ter plaatse, waar we gedwongen worden de komende tijd als vluchtelingen te overleven?

Uiteindelijk kwam in de loop van woensdag de chauffeur die met Mohammed had afgesproken z’n spullen naar Al-Zawaida te brengen. Terwijl ze aan het inladen waren begon plotseling een beschieting door Israëlische tanks en drones. Mohammed gaf de chauffeur het adres en vroeg hem zo snel mogelijk te vertrekken. Voor hemzelf was geen plaats meer in de auto. Om half acht ‘s avonds vertrok Mohammed te voet naar Al-Zawaida waar hij –“het was een ongelooflijk zware tocht”- midden in de nacht aankwam. Het gezin was uitgeput maar dankbaar weer verenigd te zijn.

De afgelopen anderhalf jaar heb ik Mohammed als een leeuw zien vechten voor het overleven van zijn gezin. Hij deelde privé zo nu en dan zijn depressie en angsten met mij, maar altijd was daar weer de drijfveer om de toekomst van zijn drie dochtertjes veilig te stellen. Ik heb daar enorm veel bewondering voor. Het is één gezin dat de nachtmerrie van Gaza probeert te overleven, te midden van duizenden andere gezinnen. Ik blijf hen steunen met deze campagne, want alleen bidden helpt niet.

Mohammed zond me gisteren deze oproep die ik graag deel:

“Dear friends, the harsh conditions and displacement have exhausted me and depleted all my energy. I am striving to protect my family, so I ask you to support the donation campaign. Your giving gives us hope and makes a real difference in our lives. May God reward you.”

https://gofund.me/4616e539a

Gaza-Stad ligt onder vuur

Israël heeft de aanvallen op Gaza-Stad de afgelopen dagen opgevoerd. “We kunnen ‘s nachts niet slapen vanwege de bombardementen die nonstop doorgaan, de gebouwen die worden opgeblazen, de explosies veroorzaakt door op afstand bestuurde robots,” schrijft Mohammed Abu Afash. Delen van Gaza-Stad zijn inmiddels al systematisch gesloopt door het Israelische leger. De wijk Rimal, waar het gezin Abu Afash in hun zwaar beschadigde huis woont, is nog niet ingenomen, maar er vinden dagelijks aanvallen plaats vanuit de lucht en met artillerie.

Het gezin heeft overwogen te vluchten naar het zuiden van Gaza, maar ook daar is het niet veilig. En het is er overbevolkt, met tenten van Palestijnen die eerder uit het noorden van Gaza zijn gevlucht. Ze blijven dus thuis, maar de bagage staat klaar. Als het moet kunnen ze onmiddellijk de vlucht nemen. De Israelische oproep om te ‘evacueren’ kan immers elk moment komen. Gaza-Stad, waar in normale tijden meer dan een miljoen mensen wonen, wordt etnisch gezuiverd en met de grond gelijk gemaakt. Het gezin van Mohammed leeft in het hart van de storm en probeert er het beste van te maken. Wachtend op de dingen die komen gaan.

Dochter Aliaa (11) was onlangs te zien in het Jeugdjournaal. Ook het 8 uur Journaal liet beelden zien van de familie Abu Afash. Met het ingezamelde geld van onze campagne kopen ze eten en medicijnen. Maar een vertrek naar veiliger oorden is niet te koop. “Wat er met ons gebeurt is catastrofaal en onrechtvaardig,” schrijft Mohammed. “Het is beschamend dat de wereld zwijgt.”

“Waarom wordt de grens niet geopend met Egypte zodat we, in ieder geval voor dit moment, een veilig heenkomen kunnen zoeken?”

“Voor mij is de veiligheid van mijn vrouw en drie dochters het allerbelangrijkste.’s Nachts lig ik wakker hoe ik ervoor kan zorgen dat zij veilig blijven.”

Steun de crowdfunding: https://gofund.me/05d32d70

Israël, Syrië en de taal van het geweld

Stel dat Nederland, in korte tijd, Brussel en Berlijn bombardeerde, en er ook nog eens een schepje bovenop deed met bombardementen op Rome en Warschau?  En dat daarbij honderden doden zouden vallen, en grote verwoestingen aangericht?

Toch is dit de bizarre realiteit van het Midden-Oosten. Het kleine maar militair oppermachtige Israël, qua oppervlakte en inwonersaantal ongeveer de helft van wat Nederland voorstelt, voerde sinds oktober 2023 bombardementen uit op Beiroet, Damascus, Teheran en Sana’a. 

In Gaza is het Israelische leger sinds oktober 2023 bezig met een totale vernietigingsoorlog en genocide. Op de bezette Westelijke Jordaanoever voert het een agressieve kolonisatiepolitiek, met als verklaard einddoel annexatie en het voorkomen dat een Palestijnse staat ooit het licht zal zien.

Waar is Israël mee bezig?

Premier Netanyahu heeft het ontelbare keren gezegd: we gaan het Midden-Oosten drastisch veranderen. We’re changing the face of the Middle East. Netanyahu spreekt over de ‘wedergeboorte van Israël’. Udi Tenne, adviseur van de Israelische regering, zei in The Guardian: ‘Ben Gurion (de eerste premier van Israël) zorgde voor Israëls onafhankelijkheid, Netanyahu voor Israëls toekomst’.

De ongekende militaire escalatie, met een beroep op ‘het recht van zelfverdediging’, werd in gang gezet met de Hamas-aanval in Zuid-Israël op 7 oktober 2023. Maar het argument van zelfverdediging is de afgelopen twee jaar steeds ongeloofwaardiger geworden. Zo is in Gaza Hamas aanzienlijk verzwakt en zijn leiderschap grotendeels geëlimineerd. Maar de genocide gaat door. 

De aanval op Iran van 13 juni vond plaats terwijl er nota bene onderhandelingen plaatsvonden tussen Iran en de Verenigde Staten over het nucleaire dossier. Geen mens kan volhouden dat Israël op het punt stond aangevallen te worden door Iran en dat alle diplomatieke en juridische middelen waren uitgeput om de geschillen tussen beide landen op te lossen. Nee, Netanyahu handelde, zoals de Britse journalist David Hearst het omschreef, als maffiabaas, als een Al Capone: eerst schieten en na ons de zondvloed. Israël lijkt  geen andere taal te kennen dan die van het militaire offensief. En telkens komt het land ermee weg, ook als het internationale recht bij voortduring wordt geschonden.

Damascus met de nieuwe Syrische vlag, foto AFP

Nergens is dit meer zichtbaar dan in buurland Syrië. Israëls vijanden in Syrië werden in de loop van 2024 uitgeschakeld of sterk verzwakt. Het regime van president Bashar al-Assad, lang gezien als cruciaal onderdeel van ‘de as van het verzet’ tegen Israël, viel op 16 december 2024. Aan de eerder ook in Syrie actieve Libanese organisatie Hezbollah werden zware slagen toegebracht, onder andere door de moord op haar charismatische leider Sjeik Nasrallah. 

Toch begon Israël, direct na de val van Assad, met een ongekend militair offensief tegen het noordelijke buurland. Tussen december 2024 en het midden van 2025 voerde Israël welgeteld 987 luchtaanvallen en artilleriebeschietingen uit in Syrië. Vooral in het zuiden werden bases van het Syrische leger, wapenopslagplaatsen en luchtafweergeschut uitgeschakeld. Bij de bombardementen kwamen honderden burgers om het leven. Israël bezette de gedemilitariseerde zone langs de door haar bezette Golan en verbrak daarmee de facto de Syrisch-Israelische overeenkomst van 1974, waarbij een VN-observatiemacht toeziet op de destijds gesloten wapenstilstand. Bij de verlaten observatieposten van de Verenigde Naties wapperen nu, heel symbolisch voor de anti-VN houding van Israël en de instorting van het internationale rechtssysteem, de blauw-witte vlaggen met de Davidster. Het Israëlische leger richtte negen militaire posten in en begon dagelijks operaties uit te voeren in het gebied ten zuiden van Damascus.  

Israël rechtvaardigt haar militaire aanwezigheid in Syrië met de vrees voor een jihadistische dreiging. Ook zegt het religieuze en etnische minderheden in Syrië te willen beschermen. De regering wordt immers geleid door Ahmed al-Sharaa, een man die tot december 2024 internationaal beschouwd werd als terrorist en een Amerikaanse losprijs van tien miljoen dollar op zijn hoofd had staan. Al-Sharaa is de hoogste leider van Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), een partij die voortgekomen is uit al-Qaida en het Al-Nusra Front.

Voor Israël is en blijft president al-Sharaa een terrorist. Op sociale media wordt hij door de daar massaal aanwezige pro-Israelische trolls en apologeten steevast aangeduid met zijn vroegere jihadistische nom de guerre, Mohammad al-Jolani. De boodschap is duidelijk: deze bebaarde figuur is niet veranderd en niet te vertrouwen, zelfs al draagt hij nu een maatpak en een stropdas. De Israelische minister voor Diaspora, Amichai Chikli, noemde op sociale media al-Sharaa een ‘barbaarse moordenaar’ te noemen en de Syrische regering is, volgens hem, ‘een islamistisch-Nazi terreurregime.

De perverse ironie van de Israelische verbale, propagandistische, politieke en militaire agressie jegens de nieuwe machthebbers in Damascus, is dat deze nog geen schot hebben gelost tegen Israël. Vanuit het nieuwe Syrië, bevrijd na 54 jaar Assad-dictatuur, zijn geen drones of raketten afgeschoten richting Israël of verzetsgroepen zoals Hezbollah meer actief.

De zelfgekroonde interim-president al-Sharaa heeft, als nieuwe bewoner van het regeringspaleis in Damascus, een gematigde, verzoenende toon aangeslagen. Hij wordt omschreven als een pragmaticus en politieke kameleon. Niemand weet precies wie de echte al-Sharaa is en hoe het toekomstige Syrië dat hij voor ogen heeft eruit ziet. Zeker is dat hij zich opstelt als een verbindende leider en zijn gesprekspartners voor zich weet in te nemen: van president Trump, tot Europese diplomaten, vroegere jihadistische kameraden en rijke zakenlieden uit de Golf. Zeker is ook dat hij een helsmoeilijke taak heeft bij de opbouw van het Syrië van na de Assad-dictatuur. De overheid heeft niet de volledige controle over de veertien gouvernementen (provincies) van het land. In het noordoosten is de door de Verenigde Staten gesteunde SDF-militie oppermachtig en over het vraagstuk van Koerdische autonomie is nog geen overeenstemming bereikt.

Al-Sharaa kampt verder met het probleem dat zijn nationale leger, samengesteld uit een samenraapsel van vroegere milities, nog lang geen gedisciplineerde eenheid is. Bij sektarische onlusten, in maart aan Syrië’s westkust en in juli in de zuidelijke provincie Sweida, werden door regeringstroepen ernstige mensenrechtenschendingen en misdaden begaan tegen respectievelijk de Alawitische en  Druzische minderheden. 

De onrust in de zuidelijke provincie Sweida gaf Israël het voorwendsel militair in te grijpen, zogenaamd om de Druzische minderheid te beschermen. Druzen en Soennitische bedoeïenenstammen waren slaags geraakt na een op zich onbetekenend incident: een overval door bedoeïenen op een druzische groenteboer. Maar de gevechten lieten zien dat oude intracommunautaire spanningen, vaak aangewakkerd door Assad-getrouwe activisten, nooit ver onder de oppervlakte smeulen. Bij een gebrek aan een sterke overheid, die de veiligheid van minderheden garandeert en vertrouwd wordt door de hele bevolking, blijft het gevaar van etnisch of sektarisch geweld groot.

Wat dat betreft was de Israelische interventie -waarschijnlijk opzettelijk- contraproductief. Deze verzwakte immers de Syrische centrale regering. 

Regeringsgebouwen in Damascus werden gebombardeerd, waaronder het ministerie van Defensie en een locatie vlak bij het presidentieel paleis. De Israelische boodschap was duidelijk: er zijn rode lijnen voor het Syrische leger en wij schieten onze lokale bondgenoten, in dit geval aanhangers van de Druzische sjeik Hikmat al-Hajari, met grof geweld te hulp. De interventie maakte duidelijk dat Israël het liefst een gefragmenteerd, zwak Syrië aan zijn noordgrens ziet.

De meerderheid van de ongeveer 700.000 Syrische Druzen staat niet te wachten op Israelische bescherming, laat staan ‘vriendschap’. Historisch is de meerderheid van de Druzen in Syrië en Libanon het Arabisch nationalisme toegedaan. In 1925 was het een Druzische leider, Sultan al-Atrash, die de strijd tegen het Franse kolonialisme in Syrië leidde. 

Behalve Israël’s evidente pogingen de regering in Damascus te ondermijnen, speelt ook het aloude verlangen een rol om de kaart van de regio opnieuw te tekenen. Israël zou Libanon en Syrië het liefst opdelen in confessionele ministaten: een christelijk Libanon, een eigen staat voor de Druzen, voor de Alawieten etcetera. Israel als joodse staat zou in zo’n mozaïek van confessionele minilandjes een toonaangevende, leidende rol spelen. Verdeel en heers!

In 1983 werd in het Libanese Choufgebergte hard gevochten tussen christelijke milities enerzijds en Druzen en Palestijnen anderzijds. Israël kwam destijds zijn christelijke bondgenoten te hulp en vocht juist tegen de Libanese Druzen. Toen de burgeroorlog in Libanon afliep had Israël al zijn lokale bondgenoten en ‘vrienden’ verloren. Het anti-Israelisch sentiment onder alle bevolkingsgroepen in Libanon was sterk toegenomen en is tot op de dag van vandaag prevalent.

Het ongebreidelde militaire geweld heeft de afgelopen twee jaar Israël tal van overwinningen bezorgd. Het verreweg sterkste leger in de regio, gesteund door de Verenigde Staten, kon ongestraft zijn gang gaan. Onder Trump is de internationale orde danig verzwakt en Israël maakte daar gebruik van met zijn ongelimiteerde agressie tegen zijn buren in de regio. 

Het is twijfelachtig of op de lange termijn de door Israël behaalde militaire voordelen duurzaam en houdbaar zijn. Israeli’s, Syriërs, Libanezen en Palestijnen moeten in de toekomst verder met elkaar, als buren en als partners in hetzelfde, relatief kleine, geografische gebied. Als alleen de taal van dominantie en  geweld wordt gebruikt, ziet de toekomst er somber uit. 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Joop, 8 augustus 2025

‘Ik voel me zo vreselijk moe’

De hulp die Israël binnenlaat in Gaza is als een druppel op een gloeiende plaat. Er wordt nog steeds op grote schaal honger geleden. Dat geldt ook voor de familie van Mohammed Abu Afash. Er is een gebrek aan basisvoedsel, zoals meel en rijst. “En als we wel iets vinden op de markt is het onbetaalbaar duur”, schrijft mijn vriend me via WhatsApp. De communicatie met hem verloopt trouwens met horten en stoten, want vaak is er geen internet. En Mohammed heeft niet altijd zin om te communiceren. Hij voelt zich vaak down. De situatie is uitzichtloos. “Ik voel me zo vreselijk moe.  De situatie is zo vernederend. We hebben geen leven meer. Het enige wat we te eten hebben is wat brood en linzen. Soms drinken we thee om de honger te verdrijven.”

Mohammeds drie dochters Aliaa, Eliaa en Layan (zie foto) gaan al haast twee jaar niet meer naar school. Begin juli stuurde hij hen naar een ‘educatief centrum’, een instelling vlak bij hun zwaar beschadigde huis waar ze tenminste nog wat konden leren, andere kinderen ontmoeten en de oorlog even vergeten. Maar dat is er nu niet meer bij. “De kinderen zijn alles voor me. Het is zo onveilig in Gaza-stad. Er zijn voortdurend bombardementen. Ik houd ze het liefst dicht bij me en verlies ze geen moment uit het oog.” 

Mohammed wil het liefst met z’n gezin vertrekken. Hij is ervan overtuigd dat er geen toekomst meer in Gaza is voor zijn kinderen. Zou er een mogelijkheid zijn dat ergens ter wereld een land bestaat dat hem zou willen opnemen? Hij stuurde mij zijn medisch dossier. Twee maanden geleden werd Mohammed gewond bij een Israelisch bombardement. De gezondheidszorg in Gaza is ingestort. Mohammed moet eigenlijk worden geopereerd, maar op het ogenblik is dat in Gaza onmogelijk. Veel ziekenhuizen zijn zwaar beschadigd en werken maar op halve kracht. Ook pijnstillers zijn niet altijd verkrijgbaar. 

Ik stuurde zijn dossier door naar een arts van de World Health Organisation (WHO). Voorlopig ziet het er niet goed uit voor Mohammed. De WHO registreerde meer dan 10.000 zieken en gewonden die medische zorg in het buitenland nodig hebben. Maar de grenzen zitten potdicht. Gaza is een death trap.

We blijven de familie dus nog steunen. In afwachting van een staakt-het-vuren of -nog beter- een einde van de oorlog. En in afwachting dat de grenzen werkelijk open gaan.

https://gofund.me/19f36387

Interview over Israël, Palestina, lobby en de media

In juni 2018 werd ik geïnterviewd door Stan van Houcke op Weltschmerz. The Rights Forum was toen nog een vrij onbekende organisatie. We hadden in 2017 de journalistieke website http://www.rightsforum.org opgezet met nieuws en analyses over de kwestie Israël/Palestina. Het gesprek gaat onder andere over de pro-Israëlische eenzijdigheid van de meeste media in Nederland. Nu, zeven jaar later, lijkt er langzaamaan iets te verschuiven. Het pro-Israëlische narratief is bij een aantal kranten minder vanzelfsprekend. En The Rights Forum is niet langer een marginale organisatie.

Dit gesprek uit de oude doos, voor de historie.

‘Ik wil naar een veilig land, met respect voor de mensenrechten’

De situatie in Gaza is “crazy, verdrietig, onverdraaglijk”. Praktisch dagelijks stuurt Mohammed me zijn nieuws via WhatsApp. Het lijkt alsof ik post uit de hel ontvang. Ik vraag me af wanneer de berichten over hongerige Gazanen die worden doodgeschoten bij voedseluitdeling en over families die worden uitgeroeid in hun tent zullen stoppen. Wanneer houdt de nachtmerrie eindelijk op?

Mohammed wil weg uit Gaza. Hij wil zijn driedochters beschermen en een toekomst geven. Hij wil met zijn gezin weg uit een situatie waar “de dood ons voortdurend en overal omringt”. Ik stuur Mohammed foto’s en een video van de grote Rode Lijn-demonstraties in Den Haag. Ik stuur hem ook de e-mails door van donateurs. Mohammed is dankbaar voor de blijken van solidariteit, voor de giften, voor de vriendelijke en opbeurende boodschappen. Maar elke dag vraagt hij zich af: waarom kan ik niet reizen. Mohammed raakte enkele weken geleden gewond. Nog steeds zitten bomscherven in zijn lijf en eigenlijk moet hij worden geopereerd. Maar het gezondheidssysteem in Gaza is door Israël ontmanteld. De weinige ziekenhuizen die nog enigszins functioneren hebben, op dit moment, voor Mohammed geen capaciteit.

Mohammed stuurde me enkele dagen geleden een oproep, met het verzoek deze te publiceren.

Ik ben Mohammed Shehta Hasan Abu Afash, een burger die momenteel in de Gazastrook woont, en ik schrijf u vandaag met een dringende humanitaire oproep.

Mijn familie en ik zitten al bijna twee jaar gevangen in de voortdurende oorlog, verwoesting en angst – we lijden onder ernstige ontberingen, honger en een volledig gebrek aan de meest elementaire levensbehoeften.

Ik verzoek respectvol om een ​​dringende humanitaire evacuatie voor mijzelf en mijn familie naar een veilig land met burgerlijk recht en respect voor de mensenrechten.

Ik bevestig dat ik een volledig onafhankelijke burger ben, zonder banden met welke gewapende factie dan ook. Ik heb nooit deelgenomen aan activiteiten die de wet zouden overtreden of anderen in gevaar zouden brengen. Mijn hele leven ben ik een productief lid van de maatschappij geweest, met respect voor zowel de wet als de mensheid.

Het enige wat ik zoek, is de mogelijkheid om in vrede te leven – in een veilige en stabiele omgeving waar ik een normaal leven kan hervatten en een positieve bijdrage kan leveren aan de maatschappij die mij verwelkomt.

Ik beloof hierbij dat ik een wetgetrouwe, verantwoordelijke en productieve burger zal zijn, volledig toegewijd aan de wettelijke, ethische en burgerlijke verplichtingen van het land dat mij en mijn gezin bescherming en waardigheid biedt.

Deze oproep is geen eis, maar een pleidooi aan uw menselijk geweten. Ik weet dat uw landen de principes van menselijke waardigheid, mededogen en de bescherming van mensen in gevaar hooghouden – en ik wend mij hoopvol tot u.

Met diepste respect en waardering,

Hoogachtend,

Mohammed Shehta Hasan Abu Afash

Gaza – Palestina

Mohammeds woorden snijden door mijn ziel omdat, op korte termijn, zijn oproep waarschijnlijk geen gehoor zal vinden. Israël houdt de grensovergang met Egypte gesloten en Europese landen, ook Nederland, hebben geen blijk gegeven burgers uit Gaza te willen opnemen. Zelfs de tienduizenden Gazanen die dringend medische zorg nodig hebben wachten tevergeefs op evacuatie naar een buitenlands ziekenhuis.

Tot die tijd is het mogelijk Mohammed zijn familie en naasten financieel te steunen. Je kunt ook een boodschap sturen via Go Fund Me, ik zal jullie berichten doorsturen naar Mohammed.

Mohammed werd in mei gewond door bomscherven

https://gofund.me/b423807b