Mariana Yampolsky: denkend aan Mexico

Ik ben gisteren naar de tentoonstelling ‘Mariana Yampolsky. Fotograaf van Mexico in de 20e eeuw’ geweest. Het is, zoals het Universiteitsmuseum zelf zegt, een ‘kleine tentoonstelling’ die een overzicht beoogt te bieden van Yampolsky’s unieke werk en, volgens de organisatoren, als doel heeft ‘haar werk bekender te maken’.

Klein is de tentoonstelling zeker, zo niet weggestopt in een achterzaaltje. Ik heb even lopen zoeken. Je moet eerst langs de uitgestalde piemels van de tijdelijke exhibitie Phallus Norm en Vorm -waarschijnlijk bedoeld als publiekstrekker. Dan moet je de trap op langs de reguliere collectie van de universiteit om uit te komen bij het zaaltje met de Mexico-foto’s. Veel publiciteit genoten heeft de fototentoonstelling evenmin. Behalve een vermelding op de website van de Rijks Universiteit Groningen heb ik niets gezien.

Toch jammer, want de foto’s zijn bijzonder. Je wordt via de beelden het dagelijks leven binnengetrokken van de Mexicaanse indigena’s, van stoere vrouwen, kinderen op blote voeten, mysterieuze wijze mannen. De foto’s tonen veel meer dan de marginalisatie, armoede, honger en strijd om te overleven van de inheemse bevolking van Mexico. Ze tonen de trots, de kleurrijke eigenheid, de waardigheid en rijkdom van een cultuur die zich niet makkelijk laat onderwerpen.

Mariana wilde de inheemse wereld vastleggen voordat deze zou verdwijnen. Ze zag haar fotowerk als een race tegen de vergetelheid en tegen de culturele invloed van Mexico’s machtige noorderbuur. Het is niet voor niets dat haar boeken, vaak met teksten van haar vriendin en bekende Mexicaanse schrijfster Elena Poniatowska, titels dragen als The Edge of Time, Estancias del olvido en Image – Memory. Yampolsy’s collectie is vorig jaar opgenomen in UNESCO’s Memory of the World Programme.

Ik had ook nog een persoonlijk motief om de tentoonstelling te bezoeken. In de jaren negentig bezocht ik vaak Mariana en haar Nederlandse man Arjen van der Sluis in hun prachtige huis in Tlalpan, een nogal groene buurt aan de rand van Mexico-Stad. Hun woning ademde een door-en-door Mexicaanse sfeer met foto’s, schilderijen en honderden objecten Mexicaanse kunstnijverheid.

In het persbericht van de RUG wordt Mariana een ‘Amerikaanse fotografe’ genoemd. Ze zou dat vervelend gevonden hebben, denk ik. Ze had een Duitse moeder en Russische vader en was inderdaad in Chicago geboren. Maar ze kwam op jonge leeftijd naar Mexico en was tot Mexicaanse genaturaliseerd. Mariana identificeerde zich met hart en ziel met Mexico en nam er gepassioneerd deel aan het politieke en artistieke leven.

Ik leerde Mariana kennen via haar man Arjen van der Sluis, een landbouwkundig ingenieur van Friese afkomst. Arjen vereenzelvigde zich, net als Mariana, met Mexico en zou er zijn hele volwassen leven blijven. Hij zette zich jarenlang in voor onder andere Guatemalteekse vluchtelingen en was, voor mij als correspondent, een vraagbaak op het gebied van de complexe Mexicaanse politiek en maatschappij. Na Mariana’s overlijden in 2002 richtte Arjen met enkele andere bewonderaars de Fundación Cultural Mariana Yampolsky op, met als doel haar levenswerk zoveel mogelijk in ere te houden.

Mariana en Arjen (die in 2019 overleed) hadden een uitgebreide kennissenkring. Ik herinner me etentjes met Mexicaanse schrijvers, een uitgeefster, schilders en andere artistieke vrienden.

Maar bovenal herinner ik me Mariana’s moeder, Hedwig Urbach. Hedwig, afkomstig uit een vooraanstaande intellectuele joodse Duitse familie, was in de jaren twintig het opkomend nazisme van Europa ontvlucht. Ze was oud en ziek toen ik haar in het huis in Tlalpan leerde kennen, ze woonde bij haar dochter en schoonzoon in.

Hedwig wist dat ze niet lang meer te leven had. Maar ik had, tot vlak voor haar dood, lange gesprekken met haar over wat er in de wereld gebeurde, over Israël en het Midden-Oosten en over de rampzalige politiek van de Verenigde Staten in Latijns-Amerika en elders. Ze was uitstekend geïnformeerd, luisterde dagelijks naar het BBC-World radionieuws en had vlijmscherpe opvattingen.

Hedwig was links-radicaal en haatte het Israëlische geweld tegen de Palestijnen. Ze had, tot mijn fascinatie, de befaamde Litouwse anarcho-feminist Emma Goldman nog persoonlijk gekend, die net als zij haar vaderland had moeten verlaten op de vlucht voor dictatuur en totalitarisme. Ik moet aan Hedwig denken als ik langs de indringende foto’s schuifel van haar dochter Mariana Yampolsky in het schemerige bovenzaaltje van het Groningse Universiteitsmuseum.

De tentoonstelling is tot 30 september te bezoeken in de Oude Kijk in ‘t Jatstraat 7a
9712 EA Groningen
050-3635083

https://www.rug.nl/museum/exhibitions/2023/mariana-yampolsky-photographer-of-20th-century-mexico

Heilige baardman in Laon

De kathedraal van Laon ligt boven op een heuvel, is van kilometers afstand al te zien. Heel dominant, niet te missen.

We zijn op terugreis naar Nederland en Laon, niet ver van Reims. Laon is onze laatste stop in Noord-Frankrijk. Natuurlijk willen we de kathedraal bekijken. Wat is een bezoek aan Laon waard zonder langs de stadsmuren te hebben gelopen en de kathedraal gezien te hebben? We zijn hier nu. Bovendien is het een interessant gebouw uit de twaalfde eeuw, vroeg-gotisch volgens het infobord bij de ingang, ouder dan de Notre Dame in Parijs en met een indrukwekkend zijportaal vol beelden van vreemde dieren als neushoorns en nijlpaarden. En op de bogen rond de ingang is een overbevolking aangebracht van heiligen en Bijbelse figuren. Je komt ogen tekort.

Ooit was Laon een van de belangrijkste steden van Frankrijk maar ik had er eerlijk gezegd nooit van gehoord. Reizen: dat is telkens weer ontdekken hoe onwetend je bent.

De kathedraal telt 27 kapellen, gewijd aan verschillende Maria’s, Jozef en een hele rits heiligen. Ik schuifel er als seculiere noorderling verbaasd langs. Zouden de gelovigen nu echt denken dat de heilige Teresa en heilige Rita een goed woordje voor hen doen bij de lieve Heer?

Dan is het alsof mijn hart even van slag is. Ik schrik van een bekend gezicht. Wat doet die baardman hier in deze eeuwenoude kerk?

Een van de kapellen is gewijd aan Charbel Makhlouf, geboren in 1828 als Youssef Antoun Makhlouf. Ieder die Libanon heeft bezocht kent de afbeeldingen van deze heilig verklaarde maronitische monnik en kluizenaar. In Faraya, een kleine vijftig kilometer van Beiroet in het hartland van de Libanese maronieten, staat een meer dan levensgroot beeld van de heilige Charbel. Hij wordt in Libanon gekoesterd en vereerd, soms ook door niet-christenen die graag in Charbels’ vele wonderen geloven.

In 1977, twee jaar na het begin van de Libanese burgeroorlog en haast tachtig jaar na zijn dood, werd Charbel heilig verklaard door paus Paulus VI. Op dat moment werd gedacht dat de oorlog haast afgelopen was en Charbel werd gezien als een symbool van eenheid en verzoening.

Er worden duizenden wonderen aan Charbel toegeschreven, maar het wonder van de vrede bleek daar uiteindelijk niet bij te zijn. De oorlog zou nog tot 1990 duren. Misschien had men kunnen voorzien dat Charbels’ wonderkracht was afgenomen. Toen in 1976 zijn graf werd geopend lag daar alleen maar een skelet. Hoe anders was dat in de jaren vijftig en in 1965 toen zijn graf ook werd geopend en een geheel intact lichaam werd aangetroffen, waar nog bloedachtig vocht uit kwam ook.

En nu sta ik, in de kathedraal van Laon, plotseling oog-in-oog met een beeld van Charbel Makhlouf. Er liggen foto’s en briefjes in het Frans en Arabisch waarin Charbel wordt bedankt te hebben gezorgd voor een wonderbaarlijke genezing, een blinde die weer kan zien, een lamme die kan lopen, een scheefgelopen huwelijk dat goed gekomen is. Een beduimeld boek met foto’s van de bergen in Noord-Libanon, Charbels’ geboortestreek, ligt ter inzage.

Het overkomt me geregeld: waar ik ook ga, ik kom telkens weer in Libanon terecht. De wonderen zijn wereld nog niet uit…

Foto’s JK