Marokko: seks, leugens en gebrek aan persvrijheid

De hypocrisie spat ervan af als de Marokkaanse regering gebruik maakt van seksuele taboes en ‘gele’ media inzet om niet welgevallige journalistieke en andere stemmen tot zwijgen te brengen

Er zijn landen in de Arabische wereld die nog slechter scoren dan Marokko op het gebied van persvrijheid. Denk aan Egypte of Saoedi-Arabië, die samen met China en Turkije op een oneervolle lijst staan van landen met een enorm aantal journalisten in de gevangenis. Ook Algerije doet het niet veel beter dan buurland Marokko, met voortdurend arrestaties van journalisten en websites die worden geblokkeerd.

Maar in Marokko is iets bijzonders aan de hand. Het land pretendeert persvrijheid te hebben, maar in werkelijkheid wordt kritische journalisten het zwijgen opgelegd doordat justitie en de sensatiepers hen aan de schandpaal nagelen. Lasterlijke beschuldigingen, vaak met een flinke scheut controversiële seks, moet van de journalisten een soort liederlijke monsters maken.

Neem de zaak van onderzoeksjournalist Omar Radi, die woensdag voor de zoveelste maal werd gearresteerd en nu door de openbare aanklager wordt beschuldigd van “spionage en gewelddadige verkrachting”. Radi kwam eind juni in het nieuws toen Amnesty International een rapport publiceerde waaruit blijkt dat  alle communicatie met Radi’s mobiele telefoon gemonitord werd met behulp van Pegasus spyware van de Israëlische firma NSO. Het rapport was schadelijk voor de Marokkaanse overheid. Er werd immers vastgesteld dat de autoriteiten een van Marokko’s meest prominente onderzoeksjournalisten onder digitale surveillance hadden gesteld. Amnesty International had overigens ook al eerder vastgesteld dat in Marokko kritische journalisten, YouTubers en rappers hinderlijk werden gevolgd door de overheid.

Marokko ontkende het Amnesty-rapport in alle toonaarden en pro-regering trolls voerden een campagne op sociale media waarbij Amnesty International in diskrediet werd gebracht. De mensenrechtenorganisatie werd onder andere uitgemaakt voor een op geldbeluste, gewetenloze “bende huurlingen”.

Minstens net zo erg was dat journalist Omar Radi het slachtoffer werd van -wat internationale mensenrechtenorganisaties noemden- “gerechtelijke intimidatie”. Bij die intimidatie leek duidelijk sprake te zijn van vergelding voor Radi’s contacten met Amnesty en voor zijn journalistieke onderzoekswerk. Radi werd vanaf eind juni negen keer gesommeerd voor verhoor door de politie “in verband met het aannemen van buitenlands geld en contacten met buitenlandse diensten”. Op 29 juli werd Radi vastgezet in de gevangenis, waar hij zijn proces op 22 september moet afwachten.

De intimidatie door politie en justitie gaat gepaard met karaktermoord in de sensatiemedia. Die “gele” bladen en tv-stations blijken inzage te hebben in politiedossiers en op de hoogte te zijn van allerlei, al of niet fictieve, persoonlijke details van de “criminele” journalist. De nieuwswebsite AtlasInfo publiceerde donderdag het relaas van een vrouwelijke collega van Omar Radi die door hem op gewelddadige wijze zou zijn verkracht.

Eerder al had een andere Marokkaanse pro-regering website gehoord van “bronnen die het dossier kennen” dat de journalist geld zou hebben ontvangen van “een Nederlandse agent”. Radi zou geregeld contact hebben gehad met “de politieke secretaris van de Nederlandse ambassade” en genereus betaald zijn voor zijn diensten. Als de rechtbank verkrachting en spionage bewezen acht kan Omar Radi voor lange tijd de bak in gaan.

Dat is precies wat in 2018 gebeurde met de hoofdredacteur en oprichter van het veelgelezen kritische dagblad Akhbar Al Yaoum. Taoufic Bouachrine werd tot 12 jaar veroordeeld wegens “mensensmokkel, machtsmisbruik met seksueel oogmerk, poging tot verkrachting en verkrachting”. Toen Bouachrine vorig jaar in hoger beroep ging kreeg hij er nog eens drie jaar bij, in een proces dat door de VN en mensenrechtenorganisaties als oneerlijk en niet-transparant werd bestempeld. Getuigen werden geïntimideerd en bedreigd.

Vier vrouwen die tijdens het proces door de Openbare Aanklager werden aangemerkt als verkrachtingsslachtoffers, ontkenden dit in alle toonaarden. Een van de vrouwen die later de politie beschuldigde haar verklaringen te hebben vervalst, werd zelf zes maanden vastgezet wegens belediging van de politie.

Ook de journalist die hem als hoofdredacteur van Akhbar Al Yaoum opvolgde, Sulaiman Raissouni, kreeg dit jaar de beproefde behandeling van justitiële intimidatie en karaktermoord in de gezagsgetrouwe gele media. Raissouni werd op 22 mei vlakbij zijn huis gearresteerd door een groep van 15 politiemensen in burger. Enkele dagen eerder had een LGTB-activist Raissouni op zijn Facebookpagina ervan beschuldigd “gebruik te hebben gemaakt van zijn zwakte en hem te hebben gebruikt om zijn seksuele behoeftes te bevredigen”.

In de maanden voorafgaand aan Raissouni’s arrestatie hadden zijn kritische artikelen in Al Akhbar Al Yaoum over het optreden van politie en justitie en de aanpak van de coronacrisis in Marokko al tot woedende reacties geleid bij de pro-regeringspers. De met veel details uitgemeten verhalen over de seksuele uitspatting van Raissouni, nog wel met een man, maakten de karaktermoord in het homofobe Marokko compleet.

In Marokko zijn homoseks en seks buiten het huwelijk formeel strafbaar en afpersing, chantage en bedreiging van vermeende gays zijn aan de orde van de dag. Er zijn, vanwege het sociale stigma dat slachtoffers riskeren, weinig rechtszaken in Marokko over verkrachting. Als het om kritische journalisten gaat, blijkt de beschuldiging van verkrachting echter een effectieve manier om hen in diskrediet te brengen.

En dan zijn er nog de internationale mensenrechtenorganisaties en watch dogs. Als een prominente Saoedische journalist wordt vermoord en in een consulaat in stukken wordt gezaagd, bestaat er geen twijfel over recht en onrecht. In de groezelige sfeer van beschuldigingen van verkrachting en spionage ligt dat, zeker in tijden van #MeToo, niet zo zwart-wit. De internationale verdedigers van persvrijheid zijn toch niet tegen vrouwenrechten of tegen de rechten van de onderdrukte LGTB-gemeenschap in Marokko?

De hypocrisie spat ervan af als de Marokkaanse regering gebruik maakt van seksuele taboes en ‘gele’ media inzet om niet welgevallige journalistieke en andere stemmen tot zwijgen te brengen. Uiteindelijk zijn de affaires van Omar, Taoufic, Sulaiman en van andere moedige collega-journalisten, die gevoelige onderwerpen durven aan te snijden, een teken aan de wand: het gaat niet goed met de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid in Marokko.

Joop, 31 juli 2020

https://joop.bnnvara.nl/opinies/marokko-seks-leugens-en-gebrek-aan-persvrijheid

Omar Radi wordt ook beschuldigd van verkrachting. Die beschuldiging is gebaseerd op een verklaring van Radi’s collega Hafsa Boutalar op sociale media. Het Marokkaans feministisch collectief Hounna reageerde op 1 augustus daarop met een verklaring “tegen het kapen door de Marokkaanse staat van de strijd tegen seksueel geweld”. De feministen zetten de zogenaamde “verkrachting” door Omar Radi in een verduidelijkende context.

Wat betekent het voor Gaza als annexatie doorgaat?

Groningen heeft een speciale band met het vluchtelingenkamp Jabalya in de Gazastrook. In de Palestijnse gebieden neemt de onrust toe over de dreigende annexatie van Palestijns grondgebied door Israël.

Demonstratie in Gaza ten de gedeeltelijke annexatie van de Westelijke Jordaanoever eind juni 2020

De Verenigde Naties, de Wereldraad van Kerken, meer dan duizend Europese parlementsleden, honderden Israëlische intellectuelen en – last but not least – de Palestijnen zelf hebben krachtig gewaarschuwd tegen de dreigende annexatie van delen van de Palestijnse gebieden. Als premier Netanyahu zijn plan op de aangekondigde datum van 1 juli doorzet, zou dat een flagrante schending van het internationaal recht betekenen.

De Westelijke Jordaanoever werd al in 1967 door Israël bezet. Er werden Israëlische nederzettingen gebouwd en inmiddels wonen er zo’n half miljoen kolonisten, te midden van drie miljoen Palestijnen. Tot dusver beschouwde Israël het gebied niet als formeel onderdeel van zijn grondgebied. Maar nadat de Amerikaanse president Donald Trump een omstreden vredesplan voor de regio lanceerde, gelooft de Israëlische regering dat het licht op groen staat om ongeveer een derde van de Westelijke Jordaanoever als deel van Israël te beschouwen. 

Apartheidsstelsel

Met deze drastische stap is een levensvatbare Palestijnse staat, naast Israël, feitelijk onmogelijk geworden. Onderhandelen over een twee-staten-oplossing heeft dus geen zin meer. Onderhandelen over een vredesregeling heeft evenmin veel zin. Israël heeft de Palestijnen immers weinig meer te bieden dan beperkte autonomie in hun, van elkaar afgesloten, geïsoleerde enclaves. Gelijke burgerrechten voor de Palestijnen zitten er, volgens Netanyahu, ook niet in. Het heilige land lijkt dus af te koersen op een situatie die onaangenaam veel gelijkenis vertoont met een apartheidsstelsel. 

Band met Groningen

Wat betekent dit voor de twee miljoen Palestijnen in de kustenclave Gaza? Veel mensen in Groningen voelen zich op de een of andere manier verbonden met Gaza. In het noorden van de Gazastrook, vlakbij het vluchtelingenkamp Jabalya, staat een door Groningse architecten ontworpen gebouw dat in 2005 werd opgeleverd als jeugdcentrum en nu dienstdoet als school. Dit mooie gebouw werd destijds gefinancierd door de gemeente Groningen. Al meer dan twintig jaar zet de Stichting Groningen-Jabalya zich met succes in voor contacten, vriendschap en begrip tussen Stadjers en de inwoners van Gaza, die voor een groot deel vluchteling en straatarm zijn. 

Te mooi om waar te zijn

Het ‘vredesplan’ van president Trump voorziet gouden bergen voor Gaza: een industriële zone in de aangrenzende Negev-woestijn, een ferme impuls voor de economie en vrij verkeer met de Westelijke Jordaanoever via een corridor. Te mooi om waar te zijn. Er hangt dan ook een prijskaartje aan: de islamitische organisatie Hamas moet zich ontwapenen, het gebied wordt gedemilitariseerd en Gaza moet zich schikken naar het visioen van Trump en Netanyahu van een verbrokkelde Palestijnse ‘staat’ zonder soevereiniteit en zonder Jeruzalem als hoofdstad.

Voor de 1,2 miljoen vluchtelingen in Gaza, nazaten van de Arabische bevolking die voor 1948 in Israël woonde, komt daar dan nog bij dat het Trump-plan niet voorziet in een rechtvaardige oplossing voor hen.

Hek

De VS en Israël hebben uiteraard nooit serieus verwacht dat Hamas en andere groeperingen in Gaza de witte vlag buiten zouden hangen. Israël heeft met de afsluiting van Gaza een situatie gecreëerd waarbij het gebied volledig in de tang gehouden wordt. En dat zal voorlopig niet veranderen. Er staat een groot hek tussen Israël en Gaza. Maar dit hek is geen echte grens. Gaza valt volledig binnen de Israëlische invloedssfeer. De afsluiting past in een patroon dat vroeger ook in Zuid-Afrika werd toegepast: reservaten creëren voor bevolkingsgroepen die als minderwaardig en ongewenst worden beschouwd.

Schietpartijen

De wekelijkse demonstraties van de inwoners van Gaza bij het hek werden de afgelopen jaren met geweld beantwoord. Meer dan tweehonderd demonstranten werden doodgeschoten door Israëlische militairen. De schietpartijen gaven een duidelijke boodschap af aan de bevolking van Gaza: vergeet het recht op terugkeer en blijf waar je bent; blijf in je hok.

De dreigende formele annexatie en de verdere isolering van de Palestijnse enclaves, waaronder Gaza, zijn twee kanten van dezelfde medaille: de grenzeloze Israëlische ambitie om het gehele gebied in bezit te nemen. De kolonisering van Palestina is in een nieuwe fase terechtgekomen die voor Gaza weinig goeds belooft.

De inwoners van Gaza blijven de sympathie en steun van Groningers nodig houden.

Jan Keulen en Lejo Siepe, mede namens het bestuur van Stichting Groningen-Jabalya. Gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden op 29 juni 2020